zondag 19 juni 2011

Vergrijzing in de wereld van de klassieke muziek

Beste Theodoor,

al sinds de 70-er jaren, de periode dat ik tevergeefs probeerde om te studeren voor het mooie vak van muziekleraar, is de klad erin gekomen. Daar zijn meerdere oorzaken voor in mijn optiek.
  1. De ontkerkelijking. Mensen die niet meer naar de kerk gaan, groeien ook niet meer op met Gregoriaans, missen van Haydn, Mozart, Perosi etc. En dat is dodelijk voor hun waardering ervan. Voor de meeste mensen van mijn generatie ligt daar toch op zijn minst een stuk heimwee in die rijke Roomse, Gereformeerde, Hervormde of anderszins Christelijke tijd, inclusief de mooie muziek die daar bijhoorde. Valt die voedingsbodem weg, dan valt ook de nostalgie, het warme gevoel van 'die mooie sfeer van vroeger' weg. En dus verdwijnt er een belangrijke traditie van kerkmuziek/klassieke muziek-waardering.

  2. De muziekleraar. Ik ben alleen maar blij dat ik dat vak niet ben gaan uitoefenen. In de slipstream van de democratisering/vernieuwing/verjonging van de sixties en seventies is het traditionele muziekonderwijs op de middelbare scholen ook verjongd. Tot op de dag van vandaag zie ik muziekleraren daarmee worstelen. Ze kiezen ofwel voor een totale aanpassing aan de jongerencultuur en behandelen enkel nog rockmuziek en aanverwanten, of ze houden strak vast aan een soort muziekonderricht dat jongeren op geen enkele manier aanspreekt. Deze week nog zag ik een muziekleraar 'The sound of music' draaien voor een 2-vmbo-klas. Ik bedoel maar...

  3. Cultuur meegeven aan je kinderen is sowieso niet erg populair meer. Wij hebben onze dochter altijd meegesleept van kerk naar museum en van Florence naar Barcelona. Het Brabant Koor en Marco Borsato. Frank Groothof en kindertheater. Ook heeft ze pianoles en zangles gehad, waarbij we haar wel een grote vrijheid gaven vwb de muziekkeuze. Vaak tot haar grote verdriet ('Gaan we deze vakantie alsjeblieft een keer niet naar een stad met kerken en musea???') Maar achteraf is ze wel erg blij met die basis. Ze is enorm breed ontwikkeld en kan waardering opbrengen voor allerlei culturele uitingen. Maar vaak hebben we te horen gekregen van vrienden: 'Daar ga ik niet aan beginnen. We gaan gewoon naar de Efteling, dan zijn de kinderen blij en dan ben ik ook tevreden'.
Het resultaat zien we nu dagelijks in de concertzaal. Er komt haast geen hond onder de 60 meer naar concerten. Heel tekenend: ik heb bij vanLeest gewerkt van 1982 tot 2009. De eerste CD-markt die instortte, was de klassieke markt. Die begon namelijk al stevig af te kalven rond 1994. Pas jaren later kwamen de teruglopende verkopen bij pop en nog veel later bij dvd. Dat betekent dus, dat er gewoon steeds minder liefhebbers zijn van klassieke muziek, en dat die achteruitgang heel hard gaat.

Hoe moeten we dat oplossen? Ik heb geen idee, maar ik vind de pogingen van Stef Collignon heel moedig!

vrijdag 17 juni 2011

When god closes a door, he opens a window


Als god een deur sluit, zet hij ergens meteen ook een raampje open. Da's mooi van god. En het is waar. De deur van het hoofdkantoor van vanLeest sloot voorgoed in 2009, maar tegelijk werd er voor mij een raam geopend met uitzicht op een mooie, bereikbare toekomst.

Vaak erger ik me aan windows, maar in dit geval was ik maar wát blij met dat geopende raampje. Ik klom er doorheen en kwam terecht in een totaal andere wereld, waar alles wat ik doe opeens wèl ter zake blijkt te doen. Waarbij het echt verschil maakt of ik iets wel of niet doe, hoe ik het doe, voor wie ik het doe. De wereld van het onderwijs.

En het bijzondere is: er is al ooit eerder een raampje voor me opengezet. Bij mijn geboorte. God of Darwin of de suikerfee bedacht dat het wel mooi zou zijn om mij gevoel mee te geven voor muziek. Daarin onderscheid ik mij misschien niet van heel veel anderen, maar ik heb wel de indruk dat bij mij -sterker dan bij veel van mijn medemensen- de muziek soms als een tank, als een Thalys, als een truck-met-oplegger, als een tornado binnen kan komen en me van mijn sokken kan blazen.
Ooit liet een noordzeegolf op het Texelse strand mij achter, struikelend, hulpeloos en blindelings omdat hij daarbij mijn bril meenam. Datzelfde overspoelende en overweldigende gevoel dat mij alle houvast doet verliezen krijg ik soms ook van muziek. Wat zeg ik? Het overkomt mij regelmatig. Brahms' Altrhapsodie en Szymanowsky's Stabat Mater heb ik vechtend tegen de tranen staan zingen. Debussy's Faune op een zonnige zomermiddag of Bachs Vergnügte Ruh op een Marokkaans dakterras: sprakeloos werd ik ervan. Ivan Lins' Começar de Novo raakte ooit in mijn hoofd zonder dat ik het wist. Jaren later hoorde ik het terug en 'bam!' daar waren de emoties weer. Ooit heb ik in een Ierse gymzaal mijn woede zitten koelen op de toetsen van een oude, valse vleugel. Heerlijk! Terwijl ik helemaal niet kan pianospelen. Of misschien juist daaróm. We lopen een kerk binnen in een dorpje in Portugal en daar zit iemand César Franck te spelen op het orgel. Als door de bliksem getroffen kan ik niet anders dan wachten en genieten totdat de onbekende organist ermee ophoudt.

De lijst is eigenlijk eindeloos. Muziek is mijn taal. Wil je me ècht raken? Doe het dan met muziek. Dat is een raam dat ik met geen mogelijkheid kan sluiten. Weerloos ben ik tegen de kracht van muziek.

Ooit studeerde ik om musicus te worden, maar dat werd niks: ik had niet genoeg talent of misschien gewoon niet genoeg 'drive'. En muziekleraar worden leek me echt he-le-maal niks. Gelukkig ben ik nu toch leraar geworden, als is het dan met een andere taal als vak. En als het maar even kan, frommel ik gewoon wat muziek in mijn lessen. Daarom een volgende keer misschien iets over taal en muziek. Wie weet. Als de tijd rijp is.

'When the good Lord made time, he made plenty of it!'