vrijdag 17 juni 2011

When god closes a door, he opens a window


Als god een deur sluit, zet hij ergens meteen ook een raampje open. Da's mooi van god. En het is waar. De deur van het hoofdkantoor van vanLeest sloot voorgoed in 2009, maar tegelijk werd er voor mij een raam geopend met uitzicht op een mooie, bereikbare toekomst.

Vaak erger ik me aan windows, maar in dit geval was ik maar wát blij met dat geopende raampje. Ik klom er doorheen en kwam terecht in een totaal andere wereld, waar alles wat ik doe opeens wèl ter zake blijkt te doen. Waarbij het echt verschil maakt of ik iets wel of niet doe, hoe ik het doe, voor wie ik het doe. De wereld van het onderwijs.

En het bijzondere is: er is al ooit eerder een raampje voor me opengezet. Bij mijn geboorte. God of Darwin of de suikerfee bedacht dat het wel mooi zou zijn om mij gevoel mee te geven voor muziek. Daarin onderscheid ik mij misschien niet van heel veel anderen, maar ik heb wel de indruk dat bij mij -sterker dan bij veel van mijn medemensen- de muziek soms als een tank, als een Thalys, als een truck-met-oplegger, als een tornado binnen kan komen en me van mijn sokken kan blazen.
Ooit liet een noordzeegolf op het Texelse strand mij achter, struikelend, hulpeloos en blindelings omdat hij daarbij mijn bril meenam. Datzelfde overspoelende en overweldigende gevoel dat mij alle houvast doet verliezen krijg ik soms ook van muziek. Wat zeg ik? Het overkomt mij regelmatig. Brahms' Altrhapsodie en Szymanowsky's Stabat Mater heb ik vechtend tegen de tranen staan zingen. Debussy's Faune op een zonnige zomermiddag of Bachs Vergnügte Ruh op een Marokkaans dakterras: sprakeloos werd ik ervan. Ivan Lins' Começar de Novo raakte ooit in mijn hoofd zonder dat ik het wist. Jaren later hoorde ik het terug en 'bam!' daar waren de emoties weer. Ooit heb ik in een Ierse gymzaal mijn woede zitten koelen op de toetsen van een oude, valse vleugel. Heerlijk! Terwijl ik helemaal niet kan pianospelen. Of misschien juist daaróm. We lopen een kerk binnen in een dorpje in Portugal en daar zit iemand César Franck te spelen op het orgel. Als door de bliksem getroffen kan ik niet anders dan wachten en genieten totdat de onbekende organist ermee ophoudt.

De lijst is eigenlijk eindeloos. Muziek is mijn taal. Wil je me ècht raken? Doe het dan met muziek. Dat is een raam dat ik met geen mogelijkheid kan sluiten. Weerloos ben ik tegen de kracht van muziek.

Ooit studeerde ik om musicus te worden, maar dat werd niks: ik had niet genoeg talent of misschien gewoon niet genoeg 'drive'. En muziekleraar worden leek me echt he-le-maal niks. Gelukkig ben ik nu toch leraar geworden, als is het dan met een andere taal als vak. En als het maar even kan, frommel ik gewoon wat muziek in mijn lessen. Daarom een volgende keer misschien iets over taal en muziek. Wie weet. Als de tijd rijp is.

'When the good Lord made time, he made plenty of it!'


Geen opmerkingen:

Een reactie posten