woensdag 13 oktober 2010

Naast de schoenen en tussen de addertjes

Mijn moeder heeft het bij leven nooit tegen me gezegd, maar als ze me deze weken bezig zou zien, zou ze het vast en zeker gezegd hebben: 'Leo, jongen, ga nooit naast je schoenen lopen, want er zitten altijd addertjes onder het gras!' En gelijk zou ze hebben natuurlijk.

Sinds begin september sta ik voor de klas, als beginnende maar niet meer zo jonge leraar. En het lijkt allemaal héél goed te gaan. Ik ben enthousiast, de leerlingen vinden het leuk, ik krijg hun vertrouwen, ik zie de leerlingen eigenlijk nooit met tegenzin mijn lokaal binnenkomen maar juist gretig, lijkt het. Daarnaast krijg ik voortdurend complimenten van mijn collega's: de leerlingen spreken erg positief over me, ze vinden me aardig en vrolijk en vinden me wel 'cool'; ik heb nog geen enkele 'gele kaart' uitgedeeld en ben dus erg goed bezig.

Alleen maar positieve geluiden dus. Lijkt het... maar: die complimenten over dat weinige straffen komen wel van de coördinator die de straffen administratief moet afwerken. Misschien is ze gewoon blij dat ik haar weinig werk bezorg. En 'niet straffen' hoeft natuurlijk niet gelijk te staan met 'goed orde bewaren'. Misschien ben ik wel gewoon te lief en zachtaardig, en laat ik te veel onrust toe in mijn lessen, zodat het leerklimaat eronder lijdt.

Datzelfde geldt ook voor de mening van de leerlingen: een leraar die nooit straft, zal eerder aardig gevonden worden dan een hele strenge. En die 50 minuten cabaret van de mijnheer van Nederlands zijn ook gewoon een leuke afwisseling op een saaie schooldag.

Kortom: ik ben heel blij dat ik niet bij mijn (van)leest ben gebleven, maar ik ga voorlopig door met mezelf kritisch te bekijken, want de buit van een goed leraarschap heb ik nog lang niet binnen.

zaterdag 2 oktober 2010

Triest einde voor Metropole Orkest en Groot Omroepkoor

Eerste bezuiniging van het kabinet slaat plank volledig mis

Eindhoven, 1 oktober 2010

In het regeerakkoord van de aanstaande regering Rutte-Verhagen/Wilders vliegen de bezuinigingen ons om de oren. Daarbij wordt met name flink gekort op kunst en cultuur, maar ook op de publieke omroepen. Een organisatie die beide sectoren in zich verenigt, het Muziekcentrum van de Omroepen, wordt zelfs compleet wegbezuinigd. En daarmee zal een einde komen aan legendarische gezelschappen als het Groot Omroepkoor (GOK), het Metropole Orkest (MO) en het Radio Filharmonisch Orkest (RFO). Dat dit niet zomaar een pijnlijke bezuiniging is maar een regelrechte kaalslag in cultureel Nederland, zal ik u in drie stappen duidelijk maken.


Doel van deze rechtstreekse ingreep in het omroepbudget is een besparing van ca. 31 miljoen euro, op een totaal van 200 miljoen die bij de publieke omroep weggehaald worden. Het gevolg: drie ensembles met een grote internationale faam en uitstraling zullen van onze podia verdwijnen. Het wordt dus een in het oog springende bezuiniging, omdat dit bij uitstek ensembles zijn die –zeker de laatste jaren- zeer frequent optreden in binnen- en buitenland, CD- en radio-opnames produceren en samenwerken met bekende componisten, dirigenten en solisten.

De maatregel getuigt daarnaast ook van een stuitend gebrek aan historisch besef. Alle genoemde ensembles bestaan sinds 1946, en zijn in die periode uitgegroeid tot het puikje van wat we in Nederland aan professionele muziekensembles hebben. Het GOK voert een aantal malen per jaar wereld-premières uit, en is het aangewezen koor voor de ‘grote’ koorwerken voor alle Nederlandse orkesten. Het MO behoeft geen aanbeveling van mijn kant. Dat deden mensen als Frank Zappa, John Adams, Burt Bacharach, Sarah Vaughan en Trijntje Oosterhuis namelijk al. Het RFO tenslotte, sinds enkele jaren onder de baton van Jaap van Zweden, werkte in een recent of ver verleden met fameuze dirigenten als Fournet, Giulini, Haitink en Gergiev.

Een derde nadeel van deze culturele moordaanslag zal het enorme verlammende effect zijn binnen het artistieke klimaat rondom de ensembles in Nederland. Vanwege de hoge kwaliteit en internationale uitstraling ervan, kwamen grote namen graag naar Nederland. Van mensen als Burt Bacharach, Steve Vai en Pat Metheny is bekend dat zij speciaal voor het ‘Metropole’ graag naar Nederland afreizen om er opnamen mee te kunnen maken of op het North Sea Jazz Festival op te treden. Componisten als John Cage, Pierre Boulez en Olivier Messiaen schreven werken speciaal voor het GOK en kwamen ze dan zelf dirigeren op –bijvoorbeeld- het Holland Festival. Hetzelfde geldt al 64 jaar voor het ‘Radiofilharmonisch’. Dat alles wordt door deze plannen in één keer stopgezet. Niemand kan op dit moment voorzien hoe groot de imagoschade voor Nederland zal zijn, maar dat we hiermee sterke katalysatoren van het Nederlandse culturele leven bij het grofvuil zetten, staat wel vast.

Voor mij is het onbegrijpelijk dat enkele dagen na het bekend worden van deze plannen de barricades nog niet bestormd zijn, dat kranten en TV-journaals nog geen moord en brand schreeuwen en dat er nog geen (inter)nationale storm van protest tegen deze kaalslag is ontstaan. Er is alle reden om deze onzalige bezuiniging te stoppen voordat het te laat is. Weliswaar veroorzaakt dit geen tweedeling in onze maatschappij zoals andere maatregelen van het kabinet, maar wel zal cultuurminnend Nederland de fantoompijn gaan voelen als de amputatie met de botte bijl eenmaal heeft plaatsgevonden. Ik hoop dat de Tweede Kamer dit barbaarse plan snel zal torpederen, zonodig onder druk van een grote, breedgedragen protestbeweging.

vrijdag 1 oktober 2010

Lol als leraar



Vandaag heb ik mijn vierde week als beginnend leraar achter de rug. En dit is een mooi moment voor een korte tussenbalans, zo lijkt me. Welnu: het belangrijkste woord is plezier, tot nu toe. Ik heb echt héél veel plezier voor de klas.
Deels vanuit mijn karakter, maar deels ook als bewuste keuze, ben ik een leraar die heel veel grapjes maakt en die uitstraalt dat hij geniet van zijn vak en van de omgang met leerlingen. Ik heb ook sterk de indruk dat de meeste leerlingen zich op hun gemak voelen bij deze leraar, waar ze een potje kunnen breken, waar ze een geintje kunnen uithalen en waar de sfeer ontspannen is.

Maar daar zit natuurlijk ook een schaduwkant aan, want zo zit het leven nu eenmaal in elkaar. De twijfels die ik heb, concentreren zich op twee dingen.
Ten eerste: Duidelijkheid=structuur=veiligheid=een goed leerklimaat. Maar bied ik met mijn lollige sfeer de kinderen wel genoeg structuur en duidelijkheid, of vragen ze zich misschien voortdurend af wat ze met die grapjas aanmoeten? Is die ontspannen sfeer dus eigenlijk wel bevorderlijk voor het leerklimaat?
En ten tweede: met name als ik kijk naar de hoofddoekmeisjes in mijn klas, zie ik op zijn minst terughoudendheid. Maar ook meen ik twijfel waar te nemen en een pietsie afkeuring. Misschien zie ik meer dan er is, maar het is best mogelijk dat ik in hún ogen een onduidelijke figuur ben waar ze zich geen raad mee weten. Een man die naar hun mening wel èrg afwijkt van het beeld van de strenge leraar en leidsman waar ze wellicht behoefte aan hebben.

Voorlopig heb ik het antwoord op deze vraag nog niet gevonden. Mijn coach zegt: 'Blijf bij jezelf als leraar; als je krampachtig probeert om verantwoord volgens de studieboeken bezig te zijn, wordt je uitstraling onnatuurlijk. En dat zien leerlingen altijd!' In ieder geval is de opborrelende transpiratie in mijn geval puur afkomstig van het balanceren tussen 'leuk' en 'leerzaam', tussen 'goede sfeer' en 'veilig leerklimaat', tussen 'mijzelf blijven' en 'verantwoord bezig zijn'. En ik sta nog maar pas op het slappe koord.

Maar wel met heel veel plezier!