
Sinds begin september sta ik voor de klas, als beginnende maar niet meer zo jonge leraar. En het lijkt allemaal héél goed te gaan. Ik ben enthousiast, de leerlingen vinden het leuk, ik krijg hun vertrouwen, ik zie de leerlingen eigenlijk nooit met tegenzin mijn lokaal binnenkomen maar juist gretig, lijkt het. Daarnaast krijg ik voortdurend complimenten van mijn collega's: de leerlingen spreken erg positief over me, ze vinden me aardig en vrolijk en vinden me wel 'cool'; ik heb nog geen enkele 'gele kaart' uitgedeeld en ben dus erg goed bezig.
Alleen maar positieve geluiden dus. Lijkt het... maar: die complimenten over dat weinige straffen komen wel van de coördinator die de straffen administratief moet afwerken. Misschien is ze gewoon blij dat ik haar weinig werk bezorg. En 'niet straffen' hoeft natuurlijk niet gelijk te staan met 'goed orde bewaren'. Misschien ben ik wel gewoon te lief en zachtaardig, en laat ik te veel onrust toe in mijn lessen, zodat het leerklimaat eronder lijdt.
Datzelfde geldt ook voor de mening van de leerlingen: een leraar die nooit straft, zal eerder aardig gevonden worden dan een hele strenge. En die 50 minuten cabaret van de mijnheer van Nederlands zijn ook gewoon een leuke afwisseling op een saaie schooldag.
Kortom: ik ben heel blij dat ik niet bij mijn (van)leest ben gebleven, maar ik ga voorlopig door met mezelf kritisch te bekijken, want de buit van een goed leraarschap heb ik nog lang niet binnen.
Kleine correctie: binnen 24 na het plaatsen van deze column deelde ik de eerste gele kaart uit mijn carrière uit. Sommige dingen zou je eigenlijk niet hardop moeten uitspreken, om de toorn van de goden niet over je af te roepen.
BeantwoordenVerwijderen