
Didiclass heette het. Een dvd vol met filmpjes van beginnende docenten, vaak stagiaires, die worstelden met een probleem, inclusief bespreking van dat probleem. Het materiaal werd gebruikt tijdens onze eerste lessen Flankerend Onderwijs (didactiek) in ons eerste studiejaar.
En wat hadden we een lol om al die 'probleempjes'. Opmerkingen van leerlingen over kleding van de juf; ordeproblemen; de verhouding met andere docenten; te veel strafwerk uitdelen; te weinig strafwerk uitdelen; strenger zijn; iedere leerling de aandacht geven die hij verdient; begrijpelijke instructies geven; zinvol laten samenwerken; huiswerk opgeven en hopen dat het gemaakt wordt; differentiëren; een kind dat steeds gepest wordt; hoe om te gaan met de echte ettertjes: het kon allemaal niet op.
En wij wisten het zeker: zulke domme fouten zouden wij zeker niet maken, want a.) we hadden nu wel onder de knie hoe je dat allemaal kon voorkomen en b.) het waren toch eigenlijk geen echte problemen, dus waar maakten die beginners zich nou helemaal druk over?
Wittebroodsweken
Inmiddels zijn we allemaal een beetje sadder and wiser: allemaal maken we dezelfde fouten, gaan we door dezelfde hel (of minstens door een louterend vagevuur), herhalen we de fouten van onze voorgangers, worstelen we met precies die problemen en trekken we ons 's avonds de haren uit het vermoeide hoofd hoe we dit nu moeten gaan oplossen.
En het stomme is: tot gisteren dacht ik ook nog dat het wel vooral aan mij zou liggen. Ik was gewoon te optimistisch begonnen en mijn medestudenten annex jonge leraren wisten natuurlijk veel beter om te gaan met al die dingetjes.
Maar nee hoor! Tijdens onze nieuwste lessen didactiek werd deze week geïnventariseerd wie er allemaal met didactische en pedagogische problemen worstelt. En het ene na het andere verhaal bleek mijn eigen verhalen te spiegelen. Iedereen struikelt regelmatig en heeft het gevoel dat hij zich op sommige dagen door dikke lagen modder heen moet slepen. Iedereen vraagt zich bij tijd en wijle af waar hij aan begonnen is. En iedereen merkt dat de wittebroodsweken met de nieuwe klassen inmiddels voorbij zijn en dat de harde realiteit je op sommige dagen als een vloedgolf overspoelt.
Wat is dit een moeilijk vak en wat heb ik in retrospect een enorm ontzag voor mijn vroegere middelbareschoolleraren, zoals Van Hengstum (wiskunde), Bronkhorst (muziek) en Verstegen (godsdienst), die een kleine veertig jaar geleden probeerden om als jonge docent grip te krijgen op de mondige vwo-klas waar ik in zat. Maar ja: titaantjes waren wij, en dat moesten we bewijzen ook. En hormonen hadden wij ook al...
Geduld en uithoudingsvermogen zijn nu mijn stut en steun. Want tussen droom en daad staan leerlingen in de weg, en puberende barbaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten