
Maar wat blijft er hier van je over, op de plek waar je geleefd hebt, bij de mensen waarmee je geleefd hebt? Vaak blijft er nog van alles aan tastbaars achter, zodat die anderen nog even aan je kunnen denken als ze dat beeldje of die foto weer in handen krijgen. En soms is dat nog nèt wat persoonlijker, omdat dat tastbare ding door de overledene gemaakt is. Zelf koester ik een tekenmap met allerlei tekeningen van de talentvolle hand van mijn broer, die in 1978 overleed. Op de buitenkant van die bruin kartonnen map heeft hij mij met enkele rake houtskoolstreken vastgelegd. Ook heb ik nog altijd de oude globe die mijn vader voor me redde uit de schoolinboedel. Voordat hij hem aan mij cadeau deed, heeft hij hem zorgvuldig vernist. Mijn broer heeft hem daarna nog 's gerestaureerd, zodat de handen van twee gestorven familieleden voor mijn gevoel op die antieke wereldbol zichtbaar en voelbaar blijven.
Voor mij is er echter één soort herinnering nog veel dierbaarder: de stem. Mijn vaders ongeschonden stem heb ik voor het laatst gehoord rond 1970, toen de afasie nog geen schade had aangericht. Het stemgeluid van mijn broer hoorde ik voor het laatst in 1978, kort voor zijn overlijden. Sinds in 2010 mijn moeder overleed, is ook haar klank een herinnering geworden.
Nu begin ik te merken dat ik steeds meer moeite moet doen om me de stem van mijn broer te herinneren. En dat doet pijn. De stem is zó wezenlijk voor een persoon, er ligt zoveel karakter in een stem; dat mag niet verloren gaan. Zolang ik me de stem nog kan herinneren, leeft iemand nog. Maar nu die stem van mijn broer Jan uit mijn geheugen lijkt te gaan verdwijnen, is daar niks tegen te doen. Er zijn geen opnamen van hem, voor zover ik weet, dus kunstmatig kan ik die herinnering niet bijwerken. 'Laat het los,' zou een Boeddhist zeggen, maar ik wíl dit helemaal niet loslaten.
Gelukkig heb ik de stem van mijn vader en moeder nog actief in herinnering. Die koester ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten