Vandaag was ik wat aan het dollen met leerlingen; verbaal bedoel ik uiteraard. Ik maakte grapjes, zij deden dat ook. En grijnzend zei ik dat ze moesten oppassen dat ze niet te vèr gingen; dat ik ook mijn grenzen had. Toen zei een meisje tegen me: 'Ja, maar u bent veilig, meneer'.
Ik heb het geïnterpreteerd of verstaan als een groot compliment. Ik ben blijkbaar veilig: bij mij kunnen ze rustig een beetje brutaal zijn of hun gevoelens onder woorden brengen. Dat is natuurlijk heel erg fijn, want dat probeer ik als leraar en als mentor ook juist te bereiken. Dat ze eerlijk tegen me durven zijn en dat ze aanvoelen dat ik het ze nooit zal kwalijk nemen als ze een keertje iets té spontaan er iets uitflappen. Voor een goed mentorschap is dat een absolute voorwaarde, lijkt mij althans.
Tegelijkertijd merk ik dat dit zinnetje blijft rondzingen in mijn hoofd: 'Ja, maar u bent veilig, meneer'. OK, mooi, ik ben veilig. Maar dat betekent dus dat dit meisje voor zichzelf vaststelt of volwassenen 'veilig' zijn of niet. Dat ze in haar leven ook mensen is tegengekomen die niet veilig zijn. Grote mensen die haar teleurgesteld hebben, die ze niet kon vertrouwen, die haar beeld van volwassenen op een negatieve manier hebben bepaald. En ook al weet ik echt wel dat niet iedereen aardig en betrouwbaar is: als een meisje van veertien dit onderscheid zó direct en duidelijk maakt, schrik ik daarvan.
Wat heeft zij meegemaakt, dat ze volwassenen beoordeelt op hun mate van veiligheid? Zelf ben ik vrij beschermd en veilig opgegroeid. Ik was niet op de hoogte van de gevaren die een kind konden bedreigen want ik werd er nooit mee geconfronteerd, en mijn ouders maakten er geen gewoonte van om mij bang te maken voor de grote, boze wereld. Toen ik vijftien was, had ik alles bij elkaar een keer of twee iets meegemaakt waarbij ik merkte dat mensen niet altijd zijn wat ze lijken. Een potloodventer op de hei en een gevalletje van zinloos geweld: dat was mijn score. Die dingen en alles wat ik daarna nog heb meegemaakt, hebben mij nooit het vertrouwen in de mens doen verliezen.
Ik kan alleen maar bewondering hebben voor de veerkracht van jongeren, die soms onder heel moeilijke omstandigheden dagelijks de weg naar school weten te vinden en op de een of andere manier daar ook nog slagen.
Ik hoop dat ze ooit echt veilig zullen zijn.
woensdag 3 september 2014
Wie ben ik om ze iets te kunnen leren?
In een hectische wereld als die waarin wij leven, is het soms moeilijk om te ontdekken wat waarheid is, wat zuiver is, wat juist is, wat jouw eigen waarheid, zuiverheid of juistheid is.
Dagelijks zie ik de jongeren voor mijn neus worstelen met zichzelf. Moeten ze hun driften volgen, of hun gevoel? Of moeten ze doen wat de ouders en de leraar zeggen? Zullen ze ooit het stadium bereiken dat ze intuïtief weten wat de goede weg is? Of blijven ze volgzaam volgen wat hun ouders, hun vrienden, de leraren, hun favoriete tv-programma's, hun peer group, hun idolen ze vertellen?
Misschien moet ik mijn leerlingen die illusie laten of misschien moet ik hem ze toch maar ontnemen: het mooie aan het leven is, dat er geen moment komt dat je denkt: 'Ja, nu weet ik het. Vanaf nu maakt niemand mij meer iets wijs!' Of misschien komt dat moment wèl, maar dan heeft het geen enkele eeuwigheidswaarde want een dag, een week of maand later kun je weer dat hele gevoel van zekerheid kwijt zijn. En daarna heb je misschien wel wéér zo'n moment, maar ook dát houdt geen stand.
Het leven is een aaneenschakeling van onzekerheden. Sterker nog: mijn ervaring is dat de meest irritante mensen diegenen zijn, die 'het zeker weten'. Afgelopen zondag nog, in een restaurant: achter me zat iemand zijn eigen gezelschap voortdurend te vertellen wat hij er allemaal van vond, wat hij er allemaal van wist, hoe de vork in de steel zat, hoe de wereld draaide. Verschrikkelijk, wat een ergerlijke monoloog! Onvoorstelbaar ook dat het gezelschap het bij hem uithield. Mijn eigen eten smaakte er haast minder door, dus ik had medelijden met zijn disgenoten. Maar goed: onzekerheden dus.
Zo twijfel ik zelf voortdurend tussen het behouden van het goede, oude, waardevolle, en het met open armen ontvangen van het nieuwe, vernieuwende. Ik heb een enorm geloof in de kracht van de jongeren: hun energie en drive, hun enthousiasme en wil om iets te doen aan de problemen die ze tegenkomen. Ik wil ze dagelijks toeroepen dat ze díe kracht moeten gebruiken en dat ze 'm nooit verloren mogen laten gaan.
Maar diezelfde jongeren hebben er soms geen enkele boodschap aan als ik ze wil laten zien wat er aan moois en waardevols in de wereld is.
Natuurlijk besef ik daar dan weer bij dat wat ik zelf mooi en waardevol vind, voor hun een heel andere waarde kan hebben. Ze houden meestal niet van Bach of James Taylor, van Edward Hopper of de zonsondergang op Texel. Héél soms zie ik een glimp van begrip als ik mijn mavo-leerlingen laat merken wat mij boeit; wat ik de moeite waard vind. Dat is mij genoeg. Voor de rest moeten ze, net als ik, in hun eigen leven hun eigen keuzes maken. En het meest geboeid ben ik, als een leerling een presentatie houdt over iets dat hem of haar bezighoudt: skaten in Area51, een ernstige ziekte van een vader of moeder, een hiphop-artiest die echt iets te bieden heeft, het fokken van een zeldzaam konijnenras.
Die kids komen er echt wel; mèt of zonder mijn goede raad. Ik ben allang blij dat ik ze er af en toe bij mag helpen.
Leraar: het mooiste vak van de wereld!
Dagelijks zie ik de jongeren voor mijn neus worstelen met zichzelf. Moeten ze hun driften volgen, of hun gevoel? Of moeten ze doen wat de ouders en de leraar zeggen? Zullen ze ooit het stadium bereiken dat ze intuïtief weten wat de goede weg is? Of blijven ze volgzaam volgen wat hun ouders, hun vrienden, de leraren, hun favoriete tv-programma's, hun peer group, hun idolen ze vertellen?
Misschien moet ik mijn leerlingen die illusie laten of misschien moet ik hem ze toch maar ontnemen: het mooie aan het leven is, dat er geen moment komt dat je denkt: 'Ja, nu weet ik het. Vanaf nu maakt niemand mij meer iets wijs!' Of misschien komt dat moment wèl, maar dan heeft het geen enkele eeuwigheidswaarde want een dag, een week of maand later kun je weer dat hele gevoel van zekerheid kwijt zijn. En daarna heb je misschien wel wéér zo'n moment, maar ook dát houdt geen stand.
Het leven is een aaneenschakeling van onzekerheden. Sterker nog: mijn ervaring is dat de meest irritante mensen diegenen zijn, die 'het zeker weten'. Afgelopen zondag nog, in een restaurant: achter me zat iemand zijn eigen gezelschap voortdurend te vertellen wat hij er allemaal van vond, wat hij er allemaal van wist, hoe de vork in de steel zat, hoe de wereld draaide. Verschrikkelijk, wat een ergerlijke monoloog! Onvoorstelbaar ook dat het gezelschap het bij hem uithield. Mijn eigen eten smaakte er haast minder door, dus ik had medelijden met zijn disgenoten. Maar goed: onzekerheden dus.
Zo twijfel ik zelf voortdurend tussen het behouden van het goede, oude, waardevolle, en het met open armen ontvangen van het nieuwe, vernieuwende. Ik heb een enorm geloof in de kracht van de jongeren: hun energie en drive, hun enthousiasme en wil om iets te doen aan de problemen die ze tegenkomen. Ik wil ze dagelijks toeroepen dat ze díe kracht moeten gebruiken en dat ze 'm nooit verloren mogen laten gaan.
Maar diezelfde jongeren hebben er soms geen enkele boodschap aan als ik ze wil laten zien wat er aan moois en waardevols in de wereld is.
Natuurlijk besef ik daar dan weer bij dat wat ik zelf mooi en waardevol vind, voor hun een heel andere waarde kan hebben. Ze houden meestal niet van Bach of James Taylor, van Edward Hopper of de zonsondergang op Texel. Héél soms zie ik een glimp van begrip als ik mijn mavo-leerlingen laat merken wat mij boeit; wat ik de moeite waard vind. Dat is mij genoeg. Voor de rest moeten ze, net als ik, in hun eigen leven hun eigen keuzes maken. En het meest geboeid ben ik, als een leerling een presentatie houdt over iets dat hem of haar bezighoudt: skaten in Area51, een ernstige ziekte van een vader of moeder, een hiphop-artiest die echt iets te bieden heeft, het fokken van een zeldzaam konijnenras.
Die kids komen er echt wel; mèt of zonder mijn goede raad. Ik ben allang blij dat ik ze er af en toe bij mag helpen.
Leraar: het mooiste vak van de wereld!
Abonneren op:
Posts (Atom)